Bukhansan National Park ligt aan de noordkant van Seoul en is een van de weinige nationale parken ter wereld die zo dicht bij een grote stad liggen. Het park staat bekend om zijn grillige granieten pieken, groene bossen en oude tempels. Ik vond het een erg leuke dagtrip vanuit Seoul. Echt even een dag in de natuur tijdens onze reis door Zuid-Korea met kinderen. Hoewel ik achteraf gezien sommige dingen iets beter had moeten voorbereiden, in dit blog lees je daar meer over.
Lees ook ons blog over Seoul met kinderen.
Praktische informatie Bukhansan National Park
Het park heeft verschillende ingangen. De meest gebruikte toegang is Bukhansanseong, aan de zuidwestkant van het park. Vanaf hier beginnen veel wandelroutes, waaronder die naar de Baegundae Peak, de hoogste top van het park. Jeongneung-ingang. Een andere ingang aan de zuidoostkant is de Jeongneung-ingang. . Vanuit het centrum van Seoul is de ingang bij Bukhansanseong het makkelijkst bereikbaar met een combinatie van metro en bus. Je reist eerst naar Gupabal Station (lijn 3 metro, of met de bus) en neemt daar bus 704 richting het park. Voor de Jeongneung-ingang neem je metrolijn 4 naar Gireum Station (uitgang 3). Daar stap je over op bus 110B of 143 en rijd je tot de laatste halte. Naar deze ingangen ben je ongeveer een (klein) uur onderweg.
De ingang bij Dobongsan, aan de noordoostkant, wordt vaak gekozen door wie naar de Dobongsan-berg wil wandelen, maar is verder weg, dit deel van het park staat echt op zichzelf, terwijl er aan de zuidkant routes zijn tussen de beide startpunten. Je bent dan wel minimaal 4 uur onderweg.
Ga bij voorkeur op een doordeweekse dag naar het Bukhansan National Park. In het weekend is het hier altijd druk. Het is nu eenmaal een populaire plek voor de inwoners van Seoul om de natuur op te zoeken. Koreanen lopen er zelf bij alsof ze gaan wandelen in de Himalaya, compleet in outdoor gear. Dat is niet nodig; de wandelingen zijn niet technisch moeilijk. Schoenen of sandalen met goede grip zijn voldoende, behalve als het heeft geregend. Dan zou ik wel voor wandelschoenen kiezen. In het park zijn een paar rangerposten met een automaat waar je drankjes kunt kopen. Wij merkten dat het water hier op was. Zorg er dus echt voor dat je zelf voldoende water en eten meeneemt. Vlak bij de ingang van het park zijn nog wel wat supermarktjes.
Wandelroutes in Bukhansan National Park
Er zijn veel wandelpaden in Bukhansan National Park, variërend van korte routes tot flinke beklimmingen. Bij het bezoekerscentrum kun je een kaart meenemen, maar ik vond het zelf best lastig om hiermee de weg te vinden. De namen op de Engelse kaart komen namelijk niet altijd overeen met de namen op de bordjes in het park. Ook geven de borden niet altijd het eindpunt aan, maar soms alleen een bezienswaardigheid onderweg. Daardoor is het soms even zoeken hoe je verder moet. De routes op de officiële website zijn bovendien niet vanaf een vaste startplek, maar starten midden in het park. Als je de totale afstand wilt weten, moet je zelf de verschillende stukken bij elkaar optellen.
Een van de populairste wandelingen is die naar Baegundae Peak. Deze wandeling is ongeveer acht kilometer heen en terug (als je kiest voor de snelste route, maar ik zou dat niet doen), met een stijging tot 836 meter. Je begint bij het bezoekerscentrum, waar je kunt kiezen uit twee routes: de Valley Trail of de Main Road. Beide duren ongeveer 30-40 minuten. De Valley Trail gaat meer door de natuur, terwijl de Main Road langs een mooie tempel komt. Het is leuk om de ene route heen te nemen en de andere terug. Beide routes komen samen bij een klein informatiecentrum met toiletten en een drinkautomaat. Verderop in het park zijn aan deze kant geen toiletten meer, dus handig om hier nog even te stoppen. Vanaf de rangerpost begint de klim naar Baegundae Peak echt. Op de kruising kun je kiezen tussen een moeilijkere route of een makkelijke route. Wij kozen ervoor om de difficult course heen te nemen en de easy course terug.
Wil je liever een makkelijkere wandeling maken neem dan de easy course en draai om voor het echte klimmen ook hier begint. Vanaf De Jeongneung-ingang zijn er ook diverse makkelijkere wandelroutes. zoals de Bogukmun-route, die ongeveer 2,4 km lang is en ongeveer 1 uur en 20 minuten duurt. Persoonlijk zou gezien de totale reistijd naar Bukhansan National Park hier niet heengaan als je maar een uur of twee wil wandelen. Er zijn in Seoul zelf ook genoeg parken. Daarom zou ik het Bukhansan National Park met kinderen pas aanraden vanaf een jaar of tien, wanneer je echt een beklimming kunt maken. Dit hangt natuurlijk ook af van je kind, maar je kunt zelf wel inschatten of je kind het leuk vindt om een halve dag (of langer) te wandelen met veel hoogteverschil, of dat het vooral gezeur oplevert. Met een baby of peuter in een draagzak zijn er natuurlijk ook genoeg mogelijkheden. Bukhansan National Park is niet buggyproof.
Bezienswaardigheden in het park
Behalve natuur heeft Bukhansan National Park ook culturele plekken. Langs sommige routes kom je de oude muren van de Bukhansanseong Fortress tegen. Deze vesting werd in de achttiende eeuw gebouwd om Seoul te beschermen en strekt zich uit over twaalf kilometer. Ook zijn er verschillende tempels in het park, zoals Jingwansa en Hwagyesa. Je gaat niet naar Bukhansan National Park met kinderen voor de tempels, maar het zijn wel fijne plekke om even te stoppen en rond te kijken.
Onze ervaring in Bukhansan National Park
Tijdens ons bezoek aan het park kozen we ervoor om naar Baegundae Peak te wandelen. Bij het bezoekerscentrum hadden we gehoopt wat advies te krijgen, maar er lagen alleen kaarten. Zoals ik al eerder schreef, vond ik die niet erg duidelijk. Ook hadden we achteraf gezien te weinig water mee en konden we bij de automaten in het park alleen nog een vreemd koud theedrankje kopen. Niet helemaal de beste voorbereiding dus. Desondanks was het een ontzettend leuke dag: zwaar, maar ook erg mooi. Onze 12-jarige, sportieve dochter vond het ook goed te doen, al was het op sommige stukken best pittig.
Het pad begon vrij vlak, maar werd al snel steiler. Op sommige plekken moesten we over grote stenen klauteren. Gelukkig waren er rustplekken met bankjes, zodat we af en toe even konden pauzeren. Veel Koreanen liepen met wandelstokken en stevige schoenen, maar onze sneakers hielden zich goed.
Het laatste stuk voor de beklimming was het zwaarst. Met behulp van metalen hekken en kabels trokken we ons omhoog over de rotsen. Vanaf hier zagen we al een prachtig uitzicht over Seoul. Natuurlijk wilden we ook het allerlaatste stukje naar de top doen, een kleine rots met een vlag. Daar vlak onder waren grotere rotsen waar we even konden zitten en genieten van het uitzicht. We waren best trots dat we de top hadden gehaald.
Op de terugweg kozen we voor de langere route, die wat minder steil was en onderweg nog een paar mooie uitzichtpunten bood. We kwamen langs een klein tempeltje en zagen de laatste bloesem in de bomen hangen. De natuur is hier echt heel mooi. We brachten zes uur door in Bukhansan National Park en liepen ruim 13 kilometer. Dat lijkt misschien niet veel, maar als je bedenkt dat we ruim 900 hoogtemeters maakten snap je wel dat het wandelen hier niet zo snel gaat.
Meer informatie over het park en de wandelroutes vind je op de officiële website van Bukhansan National Park.