Home / Reisinformatie / Azie / Indonesie / Interview: familierondreis door Zuid-Sulawesi

Interview: familierondreis door Zuid-Sulawesi

In onze interview rubriek spreken we regelmatig een inspirerend gezin. Deze keer interviewen we Suzanne, die vijf maanden op reis is geweest met haar gezin en toen het bijzondere Zuid-Sulawesi heeft bezocht. Er gaan genoeg gezinnen met kinderen naar Indonesië, maar over deze regio hoor je zelden.

Vijf maanden op reis met ons gezin

Wij zijn een gezin van vijf personen uit Delft: Martijn (43 jaar), Suzanne (43 jaar), Niels (12 jaar), Fieke (10 jaar) en Lars (7 jaar). In het voorjaar en de zomer van 2023 hebben wij vijf maanden rondgereisd door Thailand & Cambodja, Australië en Indonesië. Tijdens het reizen hebben wij de kinderen zelf lesgegeven.

Op zoek naar authentiek Indonesië op Sulawesi

Het oorspronkelijke plan was om de eilanden Java en Bali te bezoeken. Toen we bezig waren met de voorbereidingen van onze reis, hoorden we steeds meer negatieve verhalen over Bali. Het eiland zou veel van zijn vroegere charme hebben verloren. Wij wilden juist graag het authentieke Indonesië zien. We hebben ons verdiept in de bezienswaardigheden van andere eilanden, waarbij we ook rekening hebben gehouden met de kans op malariabesmetting. Het eiland Sumba, waar je preventief malariatabletten moet slikken, viel daarom voor ons af. Via via hoorden we over de bijzondere cultuur van de Toraja’s op Sulawesi, het vroegere Celebes. Dat maakte ons heel nieuwsgierig.

Rondreizen op Sulawesi

We hebben gedurende twee weken een rondreis gemaakt over het zuidelijk deel van Sulawesi. Vanuit de hoofdstad Makassar zijn we naar Bira gereisd, een kleine badplaats op het zuidoostelijke puntje van het eiland. Hiervandaan reisden we via Sengkang aan het Tempe meer naar Torajaland, waar we in een traditionele woning, een tongkonan, nabij Rante Pao hebben overnacht. Via het karstgebergte bij Rammang Rammang zijn we teruggekeerd in Makassar, waarvandaan we zijn doorgereisd naar Java.

Rondreizen op Sulawesi kost veel tijd. De afstanden zijn niet zo groot, maar de wegen zijn smal, druk en vaak van slechte kwaliteit. “Dancing roads”, zo noemde een van onze chauffeurs ze lachend, toen we weer eens heen en weer werden geschud op de achterbank. Openbaar vervoer is er nauwelijks; alleen op het traject tussen Makassar en Rante Pao rijden (nacht)bussen (9 à 10 uur minimaal). Voor vervoer buiten dit traject ben je al gauw aangewezen op taxi’s. Voor een gezin van vijf personen is dit vaak niets eens zoveel duurder. Taxichauffeurs regelden wij ter plaatse, bijvoorbeeld via de accommodatie of via de chauffeurs zelf. Ook hebben we accommodatie en gidsen gevonden met behulp van de reisgids Lonely Planet. Het is ook mogelijk om met een vaste chauffeur het gehele rondje te doen, al zul je dan wellicht ook de overnachtingen en maaltijden van de chauffeur moeten bekostigen.

Vlot gaat het reizen niet. De gemiddelde snelheid ligt rond de 30 km/uur. Gelukkig is er onderweg genoeg te zien en te beleven. Het voordeel van privétransport is dat je onderweg makkelijk kunt stoppen om foto’s te maken (van prachtige rijstvelden bijvoorbeeld) of voor een kleine excursie. Zo bezochten wij op weg van Bira naar Sengkang een palmsuikerplantage, waarbij we een rondleiding kregen en de zoete suikermelasse mochten proeven.

Hoogtepunten van Zuid-Sulawesi (op volgorde van onze rondreis)

Bira

Bira is een kleine badplaats op de uiterste zuidoostpunt van dit deel van Sulawesi. Toerisme staat hier in de kinderschoenen en heeft duidelijk sterk geleden onder de coronapandemie. Het mooiste deel van het strand vind je bij Pantai Bara en hier liggen ook de beste (en duurste) accommodaties. Westerse toeristen zie je hier nauwelijks. Bira is vooral een vakantiebestemming voor rijkere Indonesiërs. Op het lokale strand aan de rand van het dorp vind je talloze cafeetjes, winkeltjes en botenverhuurders. Het kan hier behoorlijk druk zijn en als blanke bezoeker ben je hier een bezienswaardigheid. Punt om rekening mee te houden, is dat vrijwel alle (Indonesische) bezoekers moslim zijn en dus gekleed en bedekt de zee in gaan. Het dragen van zwemkleding is niet verboden, maar op het lokale strand wel heel ongebruikelijk.

Wij verbleven hier bij BaraCoco Bungalows (prijs per bungalow per nacht circa €50,- inclusief ontbijt), gelegen op ca. 20 minuten van het dorp Bira, aan een prachtig wit zandstrand. Vanaf het terras bij de bar heb je een fraai uitzicht over zee. De bungalows zijn eenvoudig maar smaakvol ingericht en liggen in een mooie, verzorgde tuin. De Vlaamse eigenaar Jan en zijn vrouw, maar ook het lokale personeel, zijn heel vriendelijk en behulpzaam. Helaas hadden wij tijdens ons verblijf in Bira pech met het weer; een deel van de tijd stortregende het en daarom besloten we ons geplande snorkeluitstapje te laten schieten. Wel maakten wij een wandeling naar het dorp, waarbij wij op het hoofdstrand een drankje dronken en spelletjes speelden. Natuurlijk werd ons geregeld gevraagd of wij op de foto wilden, met name onze kinderen waren populair. De sfeer op het strand is heel gemoedelijk en gezellig. Echt een plek waar de Indonesiërs zelf vakantie vieren en je dus een inkijkje in hun manier van leven krijgt.   

Sengkang en het Tempe meer

Sengkang is een vrij grote en drukke stad, dichtbij het Tempe meer. De stad was vroeger de hoofdstad van de Buginezen, een volk van scheepsbouwers en zeelui. In en rond Sengkang vind je traditionele ikatweverijen, waar Buginese vrouwen op grote, houten weefgetouwen de gekleurde zijde weven. Maar Sengkang is met name beroemd vanwege het Tempe meer. Dit meer ligt op enkele kilometers afstand van de stad en is alleen bereikbaar per boot. Op het meer wonen vissersfamilies in drijvende houten woningen. Met name in de vroege ochtend kun je op het meer veel vissers aan het werk zien. Ze varen in smalle bootjes, waaruit ze hun parapluvormige visnetten laten zakken of juist ophalen. Een bijzonder gezicht.

Natuurlijk maken wij ook een boottocht over het meer. Het is vanaf de stad ruim een uur varen naar de overkant van het meer, waar het merendeel van de drijvende woningen is gelegen. Maar dat is geen straf; er is onderweg van alles te zien. In de buitenwijken van Sengkang speelt het leven zich af rondom de rivier. We zien mensen die zich wassen, kleding wassen of vissen. Verderop varen we door groene velden, waar we allerlei watervogels spotten. Op het meer zien we traditionele vissers hun netten neerlaten of ophalen. We bezoeken een vissersfamilie die in een drijvende woning op het meer woont. We drinken er thee en smullen van heerlijke gebakken bananen. Het is zelfs mogelijk om hier te overnachten. Verwacht dan weinig luxe en privacy. Maar je krijgt er een bijzondere ervaring én prachtige zonsondergang en -opkomst voor terug.

Wij varen echter weer terug naar de stad, want er staat nog meer op het programma: een bezoek aan de markt en aan een zijdeweverij. Onze gids laat ons op de lokale markt van alles zien en proeven. Na het bezoek aan de markt staat de weverij op het programma. Helaas blijken veel weverijen gesloten in verband met de voorbereidingen van het offerfeest. Gelukkig vinden we toch een atelier waar een oude dame van harte bereid is om een demonstratie te geven. Echt knap om te zien hoe zij razendsnel de spoel door de touwen laat schieten en zo prachtige patronen weeft. Natuurlijk kopen we na afloop een zijden sjaal als aandenken en dank voor het bezoek.

We worden door onze gids weer netjes teruggebracht naar ons hostel. We verblijven bij Guesthouse Amira, van de vriendelijke eigenaar Anton. We mogen hier met ons gezin de hele bovenverdieping gebruiken, die bestaat uit twee slaapkamers, een ruime woonkamer met tafel en bank, een dakterras en een wc met douche. Wat een luxe, zoveel ruimte hebben wij nog niet eerder gehad tijdens deze reis. En dat voor maar €37,- per nacht inclusief ontbijt. Naast het guesthouse liggen een supermarkt en een leuk restaurant. Kortom, een perfecte plek voor een tussenstop onderweg van Bira naar Torajaland.  

Toraja land

Vanuit Sengkang reizen we verder noordwaarts, met taxichauffeur Tari. Langzaamaan wordt het landschap steeds bergachtiger en de wegen smaller en slechter. We stoppen voor lunch bij een restaurant met mooi uitzicht op de Gunung Nona. Trots laat de eigenaresse ons, als zij hoort dat we uit Nederland komen, de foto van Erica Terpstra zien die hier aan de muur hangt. Erica bezocht Sulawesi in 2015 voor de opnames van haar programma ‘Erica op reis’. Je kunt deze uitzending nog bekijken via NPO start of Uitzending gemist.

Zij werd tijdens haar reis rondgeleid door gids Dani, die de komende dagen ook onze gids zal zijn in dit gebied. Bij de toegangspoort naar Tana Toraja (Land van de Toraja’s) houden we even halt voor een foto en een plaspauze (op een heel smerige wc van het grenskantoortje). Het laatste stukje van de route voert ons door heel smalle paadjes dwars door landerijen en jungle. We zien al veel tongkonans, de traditionele woningen van de Toraja’s. Wij zullen de komende nachten ook in zo’n bijzonder huis slapen (€25,- per nacht inclusief ontbijt), bij de vriendelijk mama Valen en haar gezin. Gids Dani staat al op ons te wachten als wij arriveren en samen met hem bespreken we het programma voor de komende drie dagen.

We zullen met hem een traditionele begrafenis (tomate genaamd) bezoeken in zijn geboortedorp en een aantal beroemde grafplaatsen bekijken in Lemo, Suaya en Londa. Verder neemt chauffeur Tari ons mee naar een aantal bezienswaardigheden in het noordelijk deel van het gebied: de buffelmarkt, het monumentale dorp Pallawa en de megalieten. Het noordelijk deel van Torajaland kent meer reliëf en is qua landschap ook erg fraai. We maken hier dan ook een wandeling door de rijstvelden.

Bezoek aan een traditionele begrafenisceremonie

Het meest opmerkelijke aspect van de Toraja is hoe ze met de dood omgaan. Net als in het oude Egypte speelt de dood een belangrijke rol in het leven hier. Als iemand komt te overlijden, wordt deze persoon in eerste instantie gebalsemd of met formaldehyde behandeld en gewoon in huis erbij gehouden tot er voldoende is gespaard voor een begrafenis. Ook als dat enkele jaren duurt. Al die tijd zien de Toraja deze overledene niet als dood, maar als ziek. Er wordt dus nog tegen ze gepraat, eten en drinken voor ze klaargemaakt, enzovoorts. Pas op de eerste dag van de vierdaagse begrafenis sterft de “zieke”, zodra de familie de eerste buffel offert, waarin de ziel van de “zieke” natuurlijk eerst is overgeheveld.

En daarmee begint een grote begrafenisceremonie, waarin vele vrienden, familie, dorpsgenoten of gewoon geïnteresseerde wildvreemden (zoals wij) welkom zijn om de overledene eer te betuigen met aanwezigheid en door het aanbieden van geschenken. Die geschenken zijn vaak dieren om te offeren. Buffels zijn het meest prestigieus en hoe belangrijker de familie, hoe meer buffels eraan te pas komen. Maar er zijn ook veel varkens (hier wel, want onder Toraja’s zijn veel Christenen en die hebben, in tegenstelling tot de Islamitische meerderheid in Indonesië, geen moeite met varkens).

Het idee is dat de dieren de overledene helpen om goed toegerust het hiernamaals te betreden. Tegelijkertijd gaat er achter deze offers een heel systeem van herverdeling schuil. De hogere klassen worden namelijk geacht te zorgen voor de lagere klassen. De dieren die worden geschonken, worden dan ook ter plekke geslacht en het vlees wordt (pal in het midden van het pleintje van de ceremonie) door mannen in stukken gehakt en herverdeeld onder de aanwezigen.

Wij komen via Dani terecht op een begrafenis in zijn dorp. Dit is dag twee van de begrafenis van een oude man die al een jaar was opgebaard. Maar heel recent overleed ook zijn zoon, dus staan er twee kisten op de ereplek, een verhoging van een paar meter aan het pleintje. Dat pleintje wordt omgeven door genummerde zitpaviljoentjes waar families samen kunnen zitten met thee, koffie en sigaretten. Wij gaan daar ook zitten, nadat Dani ons aan iemand van de nabestaanden heeft voorgesteld. Ze zijn blij dat wij er zijn, want hoe groter het aantal aanwezigen, hoe beter het is.

We overhandigen het geschenk dat Dani namens ons heeft geregeld: geld in een envelop. Dan gaan we zitten in een wat onbeholpen kleermakerszit. De sigaretten die ons worden aangeboden, slaan we beleefd af. Roken is in Indonesië nog heel gebruikelijk en zeker bij dit soort bijeenkomsten wordt het als een moment van samenzijn gezien. Even later heeft Dani de microfoon van de ceremoniemeester te pakken en knalt ineens in het Engels zijn welkom namens de familie aan ons gezin door de speakers. Daarna gaat het weer verder in de eigen taal.

De verschillende processies van families die geschenken aanbieden worden aangekondigd. Om de zoveel tijd worden er nieuwe, levende varkens naar het pleintje gedragen. De dieren zijn opgebonden aan stevige bamboestokken en duidelijk (en niet onterecht) in paniek. De kinderen hebben het er moeilijk mee als ze het gespartel en geschreeuw van de dieren zien en horen. Dani plaatst hier een ander perspectief naast; deze dieren (en zeker de buffels) zijn hun hele leven goed vertroeteld. De dieren hebben, zeker vergeleken met hun soortgenoten in het westen veel leefruimte, krijgen goed te eten en worden veelvuldig gewassen. Er wordt van ze gehouden, anders zou het ook geen offer zijn. Dit helpt, een beetje.

We mogen vrijwel overal rondlopen en krijgen uitleg over wat we allemaal zien. Na de nodige foto’s (waarbij we ongeveer even vaak voor- als achter de camera staan) vinden we het genoeg en gaan we verder op onze rondrit. Tari, onze chauffeur vanaf Sengkang en ook deze drie dagen in Tana Toraja, staat al op ons te wachten. We gaan naar Lemo, waar de Tau Tau te zien zijn. Dit zijn grote houten, aangeklede en beschilderde poppen, die bij de graven worden geplaatst. In dit geval graven die in de rotswand zijn uitgehakt.

Later gaan we ook nog bij natuurlijke grot-graven kijken en zien we nog de mausolea, die ook schitterend gebouwd en versierd zijn. Ook heel indrukwekkend is de babyboom. Baby’s zonder tanden (dus tot ongeveer zes maanden) die overlijden, worden hierin bijgezet. Dat kwam vroeger een stuk vaker voor dan nu, want traditioneel werd de navelstreng doorgesneden met een bamboe mes. Nu worden veel bevallingen in het ziekenhuis gedaan en komt babysterfte gelukkig veel minder vaak voor. De gedachte achter de babyboom, een enorme boom die familie is van de jackfruittree, is best mooi. De overleden baby wordt achter een luikje in een uitgehakte holte in de boom gelegd. Daar blijft de boom de baby voeden met haar melk, de wittige hars die vrijkomt bij afgesneden takken. De baby leeft zo voort in de boom, zo gelooft men.

Al met al was dit een zeer indrukwekkende dag waar we nog lang over na zullen praten, met beelden, geuren en geluiden die we niet meer gaan vergeten. We wilden authentiek Indonesië zien, dat is hier goed gelukt!

Rammang Rammang

Rammang Rammang is een natuurgebied dat bestaat uit kalkzandstand formaties. Het ligt op slechts een uur rijden van de hoofdstad Makassar en is goed te bezoeken als tussenstop onderweg naar Tana Toraja. Het gebied wordt nog maar weinig door toeristen bezocht; je krijgt daardoor ook een inkijkje in een nog authentiek stukje Indonesië, zeker als je bij locals verblijft in een van de homestays in het gebied. Het toegankelijke deel van het natuurgebied is relatief klein en het best bereikbaar per boot. In het gebied is een wandelroute uitgezet, die je langs de verschillende grotten voert. De grotten zelf zijn niet erg bijzonder. Het zijn vooral de setting en het uitzicht die magisch zijn. Ook de boottocht over de rivier is prachtig.

Wij arriveren na een flinke autorit bij de haven aan de rand van het natuurgebied. Onze bagage wordt in de boot geladen en ook wij stappen in, terwijl de eerste regendruppels beginnen te vallen. Niet veel later komt de regen met bakken uit de lucht. Echt genieten van het mooie boottochtje lukt daarom niet zo goed. Na een kwartiertje varen bereiken we de aanlegplaats in het natuurgebied, tevens het eindpunt van de tocht. We stappen uit en lopen via de vlonders naar onze accommodatie, een homestay met bar en restaurant. We verblijven hier twee nachten bij de vriendelijke familie. De slaapkamer van dochter Irma wordt ons als tweede kamer toegewezen, Irma moet de komende twee nachten op de grond slapen in de woonkamer. Dat voelt een beetje vreemd. Gelukkig hebben we nog een opblaasbaar matje bij ons, dat we voor haar opblazen (zelf op het matje was absoluut niet de bedoeling, wij kregen het bed).

Rammang Rammang

De volgende ochtend is het gelukkig weer droog en kunnen we op pad door het gebied. Er blijkt een wandelroute te zijn uitgezet langs de verschillende grotten en uitzichtpunten. De bewegwijzering is gebrekkig en enkel in het Indonesisch, maar Google Translate biedt hulp. De grotten onderweg zijn ook toegankelijk, maar eerlijk gezegd niet erg bijzonder.

Het is vooral het zicht op de omgeving, de rijstvelden met op de achtergrond de grillige karstrotsen, dat erg fraai is. Rond lunchtijd en net voor de bui zijn we weer terug in onze homestay. De volgende dag verlaten we het natuurgebied weer per boot. Nu is het gelukkig droog en kunnen we het prachtige landschap beter bekijken. We varen langs en onder rotsen door en langs palmen die helemaal in het water staan. We zien af en toe een houten huisje. Ook zien we twee keer een grote varaan in het water zwemmen. Al met al een plek die zeker een tussenstop en een overnachting waard is.

Rammang Rammang

Accommodaties, gidsen, vervoer en eten & drinken op Sulawesi

Toerisme op Sulawesi is minder ver ontwikkeld dan op bijvoorbeeld Java of Bali. De accommodaties zijn over het algemeen meer basic, al zijn er ook enkele luxe resorts te vinden. Verwacht geen warm water! Douches zijn over het algemeen lauw of koud, lekker verfrissend. Daar staat tegenover dat overnachtingen en eten op Sulawesi heel goedkoop zijn.

Speciale aanraders zijn om te overnachten in een traditionele tongkonan in Torajaland, bijvoorbeeld bij Mama Valen (bekijk hier meer reviews en beschikbaarheid via Booking). Ook de ruime familieverdieping van Guesthouse Amira in Sengkang bij gastheer Anton, die je ook fantastisch kan helpen bij het regelen van excursies en vervoer, is een aanrader. Lees meer reviews via Tripadvisor en je kunt Anton benaderen via het telefoonnummer hieronder. Onze meest luxe accommodatie hadden wij op Pantai Bara, waar wij verbleven in twee prachtige bungalows van BaraCoco bungalows, van de vriendelijke en behulpzame Vlaamse eigenaar Jan en zijn gezin (bekijk hier meer reviews en beschikbaarheid via Booking).

Ben je op zoek naar een betrouwbare gids of taxichauffeur? Wij hebben gebruik gemaakt van de services van deze gidsen en chauffeurs en kunnen ze aanraden. Al is het altijd belangrijk in Indonesië om vooraf duidelijk afspraken te maken over wat je betaalt voor wat.

  • Tari, chauffeur Tana Toraja:                +62 813 1122 3596
  • Dani, gids Tana Toraja:                        +62 813 4291 4789
  • Dodo, allround gids en regelaar:        +62 812 4129 913
  • Anton, Amira Guesthouse:                  +62 813 4471 3908

Sulawesi is (Tana Toraja uitgezonderd) grotendeels Islamitisch, wat betekent dat alcohol (bier en wijn) moeilijk te verkrijgen zijn. Bij de betere hotels en resorts in Makassar of Bira kun je wel Bintang (bier) bestellen en ook in Rante Pao zit een café waar ze dit serveren. Snacks zoals ijs, cola en chips zijn overal verkrijgbaar in de kleine supermarkten. Noedelsoep is een gerecht wat op veel plekken op de menukaart staat, net als nasi, die naar wens pittig of minder pittig kan worden klaargemaakt. Ook pannenkoeken en friet zijn geregeld verkrijgbaar, zeker op de meer toeristische plekken.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll to Top