De Andaman eilanden, gelegen in de Baai van Bengalen, behoren tot India en zijn een tropisch paradijs voor gezinnen. Het is zeker geen standaard bestemming. Extra leuk dus dat gastblogger Irene je wat wil vertellen over deze bijzondere bestemming.

Als je houdt van off-the-beaten-track bestemmingen, het niet erg vindt om wat te puzzelen met vervoer en geniet van zee- en onderwaterwereld, dan zijn de Andaman eilanden een geweldige bestemming. Met jonge kinderen kun je heerlijk op het strand spelen, terwijl oudere kinderen zelf het water in kunnen om te snorkelen of duiken. Kinderen van alle leeftijden zullen genieten van het turen over de reling van een boot, op zoek naar dolfijnen of vliegende vissen. Vogelaars kunnen hier bovendien bijzondere vogelsoorten spotten die je nergens anders ter wereld tegenkomt.
Irene en Merijn bezochten de eilanden met hun zon van toen vijf en dochter van toen twee jaar. De Andaman eilanden waren onderdeel van een reis van vijf maanden door Sri Lanka, India en Indonesië. “De eerste twee maanden verbleven we in Sri Lanka, waarbij we de eerste maand met taxi en openbaar vervoer door het zuidelijke, boeddhistische, meer toeristische deel van het land reisden, en de tweede maand reden we zelf met een gehuurde tuktuk naar en door het hindoeïstische noorden van het land.
In India reisden we door het minder bezochte noorden van Kerala, waar we vooral genoten van de natuur. Kerala is een van de opgeruimdere staten en niet zo ‘in your face’ als wat we ons in Europa vaak voorstellen bij reizen in India met kinderen. Ook gingen we naar Goa, vanuit hier vlogen we, via Bangalore, naar de Andaman eilanden. De reis sloten we af in Indonesië. Wil je alles weten over onze hele reis check dan onze Polarsteps.”
Dit moet je weten voor een reis naar de Andaman eilanden met kinderen
Merijn heeft een grote voorliefde voor ‘the road less travelled’. Jaren geleden in Colombia spraken we met een Fransman (Sleepy Thomas) die de Andaman eilanden noemde als een van de beste bestemmingen waar hij ooit geweest was. Het feit dat er verder weinig over te vinden was, was juist een reden om te gaan. De eilanden liggen voor de kust van Myanmar, maar horen bij India. De Andaman eilanden worden vaak in één adem genoemd met de Nicobaren, die net ten zuiden van de Andaman eilanden liggen, ook een aantrekkelijke bestemming, maar daar ben je als buitenlandse toerist (nog) niet welkom.
We hebben zelf met informatie van het internet en uit de Lonely Planet (South India & Kerala) verschillende bestemmingen op de eilanden uitgezocht. Uiteindelijk lieten we veel afhangen van informatie die we onderweg van medereizigers en personeel in hotels of homestays kregen, en soms van de schema’s van de veerboten. We planden niet ver vooruit, maar boekten, als het mogelijk was, meestal de dag voor vertrek een hotel voor de volgende bestemming. Als het lastig was in contact te komen met de volgende accommodatie, klopten we op de bonnefooi aan. Gelukkig was er altijd wel een bed te vinden.
Gezondheid
Voordat we op pad gingen, hebben we advies ingewonnen over vaccinaties en reismedicatie. Zowel wijzelf als de kinderen zijn ingeënt tegen hepatitis, rabiës, buiktyfus en DTP. Deze inentingen werden ook aangeraden voor de andere bestemmingen van onze reis. Specifiek voor de eilanden werd aangeraden om de kinderen malariaprofylaxe te laten gebruiken en voor onszelf een malaria noodkuur mee te nemen. De bewoners van de eilanden geven aan dat er nauwelijks malaria voorkomt op de eilanden. Zandvliegen kunnen een probleem zijn, maar of deze vliegjes er wel of niet zijn, is erg afhankelijk van het strand en de wind. Gelukkig brengen deze beestjes geen ziektes over, maar de beten van deze beestjes kunnen wel voor langdurige jeuk zorgen.
Hoe reis je naar en op de Andaman eilanden
Er zijn geen internationale vluchten van en naar de eilanden. Vanuit Bangalore vlogen we naar Port Blair, de hoofdstad van de eilanden. De eilanden zijn erg favoriet bij binnenlandse toeristen voor een paar dagen tot een weekje zon, zee en strand. Deze binnenlandse toeristen komen meestal met een pakketreis. Ze bezoeken Port Blair, Havelock Island en Neil Island en maken vaak gebruik van dure, snelle ferries tussen de eilanden.
Er zijn ook veerboten (government ferries) die tussen de eilanden heen en weer varen: iets minder luxe, een stuk goedkoper en hebben veel meer charme. Havelock Island en Neil Island zijn overigens oude Britse namen; een tijd geleden zijn ze hernoemd naar Swaraj Dweep en Shaheed Dweep, maar de oude namen zijn nog volop in gebruik. Als je je beperkt tot deze drie bestemmingen, zou je de eilanden als zeer druk kunnen ervaren, maar als je op Neil Island buiten het gebaande pad stapt, kun je je als enige op een tropisch eiland wanen. Reis je vanuit hier verder naar het noorden, dan kom je weinig andere toeristen tegen.
De tickets voor government ferries kun je online boeken, maar dan heb je wel de hulp nodig van een vriendelijke Indiër; dit is niet alleen omdat het maken van een account niet makkelijk is, maar ook omdat, wanneer het gelukt is om een account te maken, een Europese creditcard niet geaccepteerd wordt als betaalmiddel. Guesthouses en “agents” willen hier graag bij helpen; je betaalt dan soms een service fee.
Als je geen vriendelijke Indiër kunt vinden of als je de tickets graag zelf wilt boeken, kun je daarvoor terecht bij het kantoor bij de haven. Het is goed om te weten dat het in de grotere havens nogal druk kan zijn bij dit kantoor en dat je dus het risico loopt lang in de rij te moeten staan. Netjes in de rij staan is geen gewoonte op de eilanden: er wordt nogal eens voorgedrongen. Als vrouw kun je in een aparte rij gaan staan; hier is het vaak minder druk en wordt er minder voorgedrongen.
Het reizen met deze government ferries beviel ons goed. Zonder er zelf veel moeite voor te doen, mochten we elke keer een kijkje nemen op de brug, kletsen met de kapitein en vanaf het mooiste plekje – in de schaduw – genieten van het uitzicht. Dit ging vaak gepaard met snoepjes voor de kinderen.
Waar naartoe op de Andaman eilanden
South Andaman Eiland
Wij startten onze reis in Port Blair op South Andaman eiland. Voor ons geen hoogtepunt, maar wel een nodige stop voor met name boottickets en wat boodschappen. We kochten hier luiers voor de jongste, wat achteraf niet nodig was want ze bleken uiteindelijk op elke straathoek op de eilanden te koop. Vaak verpakt per twee en zeer betaalbaar.
In Port Blair vonden we bij de boulevard een leuke speeltuin, daar waren ook veel lokale kinderen aan het spelen. Dit vonden onze kinderen ook gezellig. Want als we iets moeten zeggen dat we gemist hebben dan is het de aansluiting met andere gezinnen.
Er zijn in Port Blair ook verschillende dagtrips te doen, naar de Cellular Jail of eilanden in de buurt. Wij bleven maar een nachtje in Port Blair. Als je meer tijd hebt in Port Blair, is Noble Homestay een uitstekende keuze voor gezinnen. De gastvrije eigenaresse, Dinaz, zorgt ervoor dat je je meteen thuis voelt. Ze organiseert kajakexcursies door de mangroves, waarbij ze boeiend vertelt over het ecosysteem, de sterrenhemel en de betoverende bioluminescentie. Je kunt meer informatie vinden en reserveren via hun TripAdvisor-pagina.
Neil Island
Vanuit Port Blair namen we de government ferry naar Neil Island.
Op goed geluk hadden we een plekje geboekt bij Elephant and Four Wise Men, een schitterende accommodatie met een tiental kleine rieten huisjes onder hoge kokospalmen, vlak aan zee. Dit was een low key resort met hele simpele rieten huisjes in een tuin met hoge palmbomen. Een plek waar het eiland leven echt goed tot zijn recht kwam, met de zee op steenworp afstand, hangmatten op de veranda’s en een fijne gezamenlijke ruimte.
Het beste aan deze plek waren de ontspannen sfeer en de eigenaar: Shivankar. Deze man, geboren en getogen op het eiland, is een hele goede kok en maakt met lokale producten heerlijke gerechten. De kinderen waren helemaal weg van zijn handgemaakte pasta (en wij overigens ook). Het leven bij Elephant and Four Wise Men beviel zo goed dat we ruim een week bleven, het langst van de hele reis. Check hier deze accommodatie. Onze zoon heeft het ook nog regelmatig over dit eiland en dat komt mede door dit verblijf.
We konden hier ook fietsen huren, waaronder eentje met een fietsstoeltje. Het enige fietsstoeltje dat we gezien hebben tijdens onze reis. Onze dochter kon dan mee in de draagzak. Op die manier hebben we heel wat van het eiland gezien. Hoewel het ook makkelijk was een tuktuk te pakken.
Voor onze dochter, die nog een middagslaapje nodig had, zorgden we meestal dat we in de middag weer terug bij onze verblijfplaats waren. Zo kon de oudste ook even uitrusten, boekjes lezen of lekker spelen. Hoewel de verblijven niet gericht waren op kinderen, was er altijd ruimte om ergens te zitten of te spelen.
We hebben veel gedoken op Neil Island, dat deden we om en om zodat een van ons altijd bij de kinderen bleef. Twee keer zijn de kinderen ook mee geweest op de duikboot, de duikschool en de kapitein van de boot vonden dat prima. Tussen de duiken in was er tijd om te snorkelen en we stopten zelfs (clandestien) op een geheim strandje aan de zuidkant van Havelock island om verse kokosnoten te plukken. Er was ook nog wel ruimte geweest om met zijn tweeën te duiken terwijl de kapitein op onze kinderen paste, maar dat vonden we zelf geen prettig idee.
We hielden bij het bezoeken van de bezienswaardigheden altijd rekening met de vele binnenlandse toeristen op het eiland. Die volgen vaak een vast programma. Door juist op een ander tijdstip ergens te zijn hadden we de stranden vaak helemaal voor onszelf.
Er zijn op Neil eiland verschillende stranden met goede zwem- en snorkelmogelijkheden. Ook kun je vanaf een van de stranden een tochtje met een glass bottom boat maken. Onze zoon vond dit prachtig, dit was voor hem de eerste kennismaking met het uitgebreide onderwaterleven op de eilanden. Later heeft hij ook veel met ons gesnorkeld.
Vanaf een ander strand kun je over rotsen klauteren om bij een aangespoeld wrak te kijken, en bij weer een ander strand vind je een natural bridge waar je bij eb naartoe kunt lopen. Er is ook een stuk jungle in het noordoosten van het eiland waar je zelfstandig een wandeling kunt maken tussen enorme woudreuzen. Als het je lukt het goede pad te volgen, kom je bij ‘secret beach’, een strand afgeschermd van de rest van het eiland door de jungle.
Long Island
Ondanks dat we hoorden dat het duiken op Havelock Island mooier is dan op Neil Island, besloten we Havelock Island over te slaan. Vanaf Neil Island namen we de boot naar Long Island, een plek waar de pakketreistoeristen niet komen, maar waar wel net genoeg toeristen komen om te zorgen dat er een vijftal accommodaties zijn.
Het was ons hier niet gelukt om van tevoren iets te boeken, maar we vonden met enig gemak een plek om te slapen, vlakbij de pier. Het eiland is klein en de weinige mensen die er wonen, volgen samen een dagelijks ritme. Ontbijten bij het stalletje onderaan de heuvel, lunch naast het voetbalveld en om vijf uur verzamelde men zich weer om te genieten van de verse samosa’s die daar werden gebakken. Er waren op het eiland maar drie auto’s die voor alles werden ingezet; transport van geiten of andere dieren die van de boten afkwamen, maar ze vervoerden ook de schoolkinderen per boot naar een ander eiland moesten om daar naar school te gaan.
We vonden een kleine speeltuin met uitzicht op de zee. Er zijn op dit eiland niet echt activiteiten gericht op kinderen, maar dat hoeft ook niet als je een strand hebt met steentjes en schelpjes, een zee vol met koraal en een tuin met kokosnoten en mango’s die je vers uit de boom kunt halen.
De eerste dag gingen we naar Lalaji Bay, een strand aan het oosten van het eiland waar je goed kunt snorkelen. Het is geen lange tocht en een deel ervan gaat door de jungle, waardoor het een mooie wandeling is. Maar voor de kinderen was het toch wat te ver, dus gingen Irene en de kinderen met de auto heen, en Merijn en de kinderen met de auto terug. De volgende dag namen we een boot naar Mark Bay op North Passage Island. Mooi wit strand, heerlijk zwemmen en wederom goed snorkelen. Er zijn geen faciliteiten bij het strand (neem je eigen lunch mee) en helaas ligt de hele vloedlijn vol met aangespoeld afval. Op de terugweg hebben we een stop gemaakt op Guitar Island, waar we misschien krokodillen zouden kunnen zien; helaas hielden ze zich schuil.
Great Andaman
Met de school ferry staken we vroeg in de ochtend over naar het grote eiland, Great Andaman. Dit deden we via een serene tocht door de mangrove naar Yerratta jetty. Hier is een boardwalk gebouwd zodat je nog meer kon genieten van de mangrove, een uitzichttoren om over de mangrovebossen uit te kijken en een klein mangrove museum.
Met een tuktuk en bus reisden we verder naar het noorden van het eiland, naar het plaatsje Mayabunder. Het was een lange, warme, stoffige, hobbelige reis met luide muziek. Dit voelde als een echte India experience. De kinderen sloten wijselijk de ogen en sliepen een groot deel van de weg.
De eerste nachten verbleven we in een hotel in Mayabunder-stad en werden zeer hartelijk ontvangen: de kinderen mochten lekker afkoelen in de fontein en werden eindeloos in de watten gelegd. Ook hier verkenden we de omgeving met mooie stranden, waar nu juist wel voorzieningen waren voor toeristen en we leuk contact hadden met lokale families. We maakten een (clandestiene) dagtrip naar het prachtige Aves Island.
Daarna verbleven we meer landinwaarts tussen de rijstvelden bij John en zijn familie in een huis gebouwd in de traditionele Karen-stijl (Koh Hee Homestay). Zijn vrouw kookte vreselijk lekker en John zat vol mooie verhalen over de omgeving en de mensen. Hij liet ons zijn tuin zien, vol met bomen en struiken die hij uit zaden uit de jungle aan het opkweken was. Hij wilde ze zo bewaren voor de toekomstige generaties. Ook hier mochten de kinderen weer vrij spelen op het erf en voelden we ons enorm welkom; we hielpen de tamarinde-oogst verwerken en bezochten de lokale kerk omdat het koor een speciaal optreden gaf. Deze Homestay kan je boeken via hun Instagram.
Met de taxi vervolgden we de tocht naar het noorden, richting Diglipur. We verbleven bij Saddle Peak View Resort, vlakbij Kalipur Beach. Het was een prima plek om te verblijven, maar we misten de hartelijkheid van de vorige plekken en bovendien misten we hier een lokale bron van onafhankelijke informatie.
Toch maakten we weer mooie trips: naar de tweeling eilanden Ross en Smith, waar je bij eb van het ene eiland naar het andere kon lopen, en naar Craggy Island, waar je als volwassene ook vanaf het strand naartoe kunt zwemmen. Ook zagen we nog hoe babyschildpadden uit hun beschermde nest kropen en uitgezet werden in zee. Door het late tijdstip hebben de kinderen dit spektakel gemist.
We hadden nog plannen om naar de hoogste piek van het eiland te hiken en mogelijk ook nog een trip te maken naar Ramnagar Beach. Uiteindelijk gingen die laatste twee trips niet door omdat het schema van de boot plots veranderde en we ruim een dag eerder moesten vertrekken, terug naar Port Blair. Dit was een comfortabele boottocht van ongeveer 12 uur op een moderne, grote boot.
Andaman, een echt paradijs
De bezoeken aan de kleine, onbewoonde eilanden waren voor mij een hoogtepunt van de Andaman eilanden. Een prachtig bountystrand helemaal voor onszelf, dat maak je niet vaak mee. Het azuurblauwe water was kalm en warm genoeg om eindeloos te poedelen en te snorkelen. De koralen lagen vlakbij en waren zo kleurrijk en vol leven dat je soms nauwelijks de bodem kon zien door de enorme hoeveelheid vissen.
Onze zoon van bijna vijf kon al snel meedoen: zwembandjes aan, duikbril op, snorkel in z’n mond, en daar gingen we. Ook hij vond het fantastisch. Tijdens de boottochten naar de eilanden zagen we schildpadden, vliegende vissen en grote groepen vogels. Het voelde echt als een paradijs.
Ook het Holi-festival op de Andaman eilanden was een bijzondere ervaring. De gereserveerdheid die we vaak bij de lokale bevolking ervaarden, verdween volledig. Iedereen was uitbundig en vrolijk, en de kleuren waren werkelijk fantastisch.