Ga je op reis naar Sumatra met kinderen, dan wil je natuurlijk orang-oetans spotten. Eén van de beste plekken op het eiland om dat te doen is vanuit het dorpje Bukit Lawang, aan de rand van Gunung Leuser National Park. Esmeralda en haar gezin sliepen er in de fantastische Jungle Inn, maakten een jungle trekking en stonden oog in oog met deze bijzondere dieren!

Bukit Lawang en Gunung Leuser National Park
Gunung Leuser National Park is een van de grootste nationale parken in Indonesië en ligt in het noordwesten van Sumatra. Het park beslaat ongeveer 7.927 vierkante kilometer en strekt zich uit over de provincies Aceh en Noord-Sumatra. Het park is vernoemd naar de ruim 3000 meter hoge berg Gunung Leuser en maakt deel uit van het Sumatraanse regenwoud, dat op de UNESCO Werelderfgoedlijst staat.
Wij bezochten Gunung Leuser National Park tijdens onze rondreis door Indonesië. Vanuit Jakarta vlogen we met een binnenlandse vlucht naar de hoofdstad van Sumatra, Medan. Dat was goedkoper dan vanuit Nederland naar Medan vliegen. In Medan werden we opgehaald door een chauffeur van ons hotel, die ons in ruim vier uur naar Bukit Lawang bracht.
De taxirit is al een belevenis op zich: je rijdt door het drukke centrum van verschillende stadjes, maar ook over het platteland en het laatste stuk door de jungle. We keken onze ogen uit, terwijl onze vriendelijke chauffeur ons onderweg van alles vertelde over Sumatra en het leven hier.
Aankomst in Bukit Lawang
Omdat onze vlucht vertraagd was, kwamen we in het donker aan bij Bukit Lawang. We waren al gewaarschuwd dat we het laatste stukje niet met de auto konden afleggen en hadden ons voorbereid op een wandeling door de jungle naar het hotel.
Dat bleek deels te kloppen. Onze chauffeur zette ons af op een donkere parkeerplek aan de rand van Bukit Lawang, waar we werden opgewacht door een aantal jonge mannen op scooters. We moesten achterop, met tassen en al. Er was geen tijd om te twijfelen; hop, daar reed de voorste scooter al weg, met ons zoontje achterop! Sjoerd sprong achterop de tweede scooter en ik op de derde.
Er volgde een hobbelige rit, niet door de jungle zoals we verwachtten, maar door de nauwe straatjes van het dorpje en slingerend tussen de kraampjes van de overdekte markt. Aan het eind van het kronkelige pad stopten we, en onze chauffeurs gebaarden dat we mochten afstappen.
We volgden het pad onderdoor een poort bezaaid met mozaïek en belandden in een sfeervol verlicht restaurantje, waar we enthousiast welkom werden geheten door de eigenaar van het hotel. Er werd meteen een heerlijk welkomstdrankje gebracht en onze zoon mocht een cadeautje uitzoeken.
De menukaart werd gebracht en we konden maar moeilijk kiezen. Ondertussen bleken onze scooterchauffeurs ook de huisband te vormen, want ze begonnen vol overgave muziek te maken. Wat een fantastisch welkom in de Jungle Inn!
The Jungle Inn in Bukit Lawang
We vonden de Jungle Inn online toen we zochten naar een plek om als uitvalsbasis te gebruiken voor een trekking de jungle in om de orang-oetans te zien. Maar het bleek zo’n fijne plek te zijn om te relaxen, zelf op wandeltocht te gaan, te zwemmen en te genieten van het heerlijke eten, dat we er vijf nachten bleven! Het is bovendien een kindvriendelijk hotel in Bukit Lawang, ideaal voor gezinnen die willen genieten van de natuur.
Het hotel is gebouwd rondom een enorme rotspartij en dat zorgt ervoor dat het voelt als een klein dorpje op zich, met smalle gangetjes en trappetjes. De 14 kamers zijn allemaal verschillend en bijzonder. Onze kamer had twee verdiepingen met een rots binnenin, hemelbedden, een balkon met een hangmat en een uitzicht op een privéwaterval.
In het hotel is een restaurant waar ze heerlijke lokale gerechten zoals rendang en soto maken. De menukaart is heel uitgebreid, met naast Indonesisch eten een ruime keuze aan wraps, pizza en pasta. Omdat de eigenaren van het hotel moslim zijn, staan er geen gerechten met varkensvlees op de kaart en kun je er ook geen alcohol bestellen.
Ontbijten kan ook, met omelet, pannenkoeken en toast. De fruitsalade van het huis is een belevenis op zich, want die wordt zingend geserveerd. Wij aten iedere dag heerlijk, maar wil je een keer ergens anders eten, dan zijn er genoeg andere opties in het dorpje.
Het grootste pluspunt van de Jungle Inn, naast de ligging, het eten en de kamers, is het personeel! Zelden zijn we zo vriendelijk ontvangen en werd er zoveel moeite gedaan om ons thuis te laten voelen. Iedereen maakte een praatje met ons en hielp waar ze konden. Er is een hele fijne, ontspannen sfeer in het hotel en dat gevoel neem je zelf al heel snel over. Bekijk hier de prijs en beschikbaarheid.
Wat te doen in de Jungle Inn in Bukit Lawang
De Jungle Inn ligt een stukje buiten het dorpje Bukit Lawang en aan de rivier. Vanuit het hotel kun je gemakkelijk zelf een wandeling maken over een looppad door de jungle langs het water. Goede wandelschoenen zijn wel nodig, want af en toe is het een beetje klimmen en klauteren en door de recente regen is het op sommige plekken glad. Met kleine kinderen of een buggy kun je hier beter niet gaan wandelen.
Op verschillende plekken kun je het water in om af te koelen, en dat is wel fijn, want in juli en augustus kan het erg warm en benauwd zijn op Sumatra. Het water is helder en niet koud maar wel verkoelend, met grind op de bodem, dus waterschoenen zijn handig.
Er staan geen hekken tussen de rivier, het hotel en Gunung Leuser National Park, dus je hoopt natuurlijk al wat dieren te spotten. Terwijl we in het water op adem kwamen van onze wandeltocht, lukte dat: we werden omsingeld door makaken die van alle kanten over de oever kwamen aanrennen. Oppassen geblazen, want deze apen zijn enorm brutaal en hebben grote tanden!
Na een tijdje dobberen in het water kozen we ervoor om dezelfde weg terug te volgen. Heb je geen zin om terug te lopen, dan kun je op een aantal plekken ook een band huren en al ‘tubend’ de rivier afvaren. Je stopt dan bij het hotel en betaalt omgerekend ongeveer twee euro per persoon. Eenmaal terug bij de Jungle Inn zaten we net aan de nacho’s en een koud drankje op het terras toen we een verrassing kregen: aan de overkant slingerde een orang-oetan voorbij door de bomen!
Als je in de Jungle Inn verblijft, kun je naast wandelen, tuben en zwemmen ook een kookworkshop volgen, een village tour doen of zelf het dorpje verkennen en de lokale markt bezoeken. Ook is er de mogelijkheid een excursie te maken naar Tangkahan. Dat hebben wij niet gedaan, want je bezoekt hierbij een olifantenopvang waar je ook in de rivier mag badderen met de dieren, iets waar we absoluut geen voorstander van zijn.
Jungle trekking vanuit Bukit Lawang
De belangrijkste reden voor ons om naar Bukit Lawang te gaan was het maken van een jungle trekking. Je kunt deze trekkings vooraf of ter plekke boeken bij de Jungle Inn. Zij hebben eigen lokale gidsen die gecertificeerd zijn om je mee te nemen het Gunung Leuser National Park in. Wel zo fijn voor een bezoek aan Gunung Leuser National Park met kinderen. Er zijn trekkings van een dag, waarbij je een korte route bij de entree van het park loopt, maar je kunt ook kiezen voor één of meerdere dagen het park in te gaan en daar ook te overnachten.
Wij kozen voor een tweedaagse trekking met een overnachting in de jungle, en dat is een hele belevenis! Na een stevig ontbijt met pannenkoeken kwamen onze gidsen ons halen in de Jungle Inn. We moesten licht pakken, want je kunt alleen een kleine rugzak meenemen en je moet alles zelf dragen.
Op pad in Gunung Leuser National Park
Vanaf het hotel liepen we in een kwartiertje naar de ingang van het nationaal park. Later moesten we lachen om de foto die onze gids daar maakte, want we zagen er toen al uit alsof we kilometers door de jungle hadden gesjouwd, met rode, bezwete hoofden! Het bleek een voorbode voor een pittige tocht.
We waren verbaasd over de toegang tot het park. Geen officiële incheck zoals we gewend zijn in Afrikaanse nationale parken; we konden zo doorlopen. Net na de entree was het erg druk, er liepen veel groepen met een gids en het was al snel duidelijk waarom: er zat een orang-oetan in een boom. Het was dringen geblazen om iets te kunnen zien en eigenlijk voelde het heel ongemakkelijk – dit was echt letterlijk ‘aapjes kijken’.
Onze gids begreep ons en verzekerde ons dat we ongetwijfeld de komende twee dagen nog ergens anders de kans zouden krijgen om deze bijzondere dieren te spotten. Hij koos een andere richting dan de andere groepen. Erg fijn dat we een privé-tour hadden!
We wandelden een paar uur en stopten onderweg een paar keer voor een hoognodige pauze. Wat een hitte en luchtvochtigheid! Binnen de kortste keren waren we doorweekt van het zweet. Gelukkig werd het afzien beloond, want we zagen meerdere orang-oetans in Gunung Leuser en ook gibbons, Thomas Leaf Monkeys en makaken.
Eentje bleef geduldig zitten, gelukkig op gepaste afstand, wachtend op de restjes van het tropische fruit dat onze gids voor ons sneed. Na afloop poseerde de aap zelfs nog voor ons als een volleerd fotomodel, wat een hilarische foto opleverde. Ik was blij met de pauzes, want eerlijk gezegd vond ik de trekking behoorlijk zwaar.
Slapen en eten in Gunung Leuser National Park in een bivak
Tegen het eind van de middag kwamen we aan bij het ‘bivak’ aan de rivier. Een rij primitieve hutjes zonder deuren of ramen, eigenlijk gewoon vier palen met een zeil erboven. Onze bedden, gelukkig wel met een klamboe erboven, waren van steen met een dun matje en een laken erop. Toen we het hutje binnenkwamen, rende er een spin zo groot als mijn hand weg. Dat werd een pittig nachtje!
Een badkamer was er niet en de wc was zo’n dertig meter verder, tegen de heuvel op. Het was een gat in de grond met een afdakje, gelukkig met een muurtje van een halve meter hoog, zodat je nog wat privacy had. We waren wel wat gewend geraakt in Afrika, maar voor Cas was dit wel next level. Toen hij ook nog onze enige wc-rol in het gat liet vallen, vond hij het even niet meer zo leuk.
Het was tijd om af te koelen in de rivier en bij te komen van de tocht. Toen we eenmaal in het water zaten en om ons heen keken, zagen we dat de plek toch wel fantastisch was. We zaten hier echt midden in de jungle! Ondertussen werd er voor ons gekookt, en het rook heerlijk. Samen met onze gidsen aten we, op een mat op de grond, bij het licht van een olielamp. Heerlijke curry, rijst, aardappelkoekjes, vis, groenten en sambal.
We maakten het niet laat, de wandeling had erin gehakt en het was inmiddels aardedonker. Sjoerd en Cas sliepen samen onder een grote klamboe en lagen in no-time te snurken. Ik kon de slaap niet vatten, had ruzie met de klamboe en hoorde een onbekend dier door het hutje schuifelen. Pas tegen de ochtend viel ik een paar uur in slaap, om rond half zes wakker te worden van een onbekend geluid. Het bleek een familie gibbons te zijn die aan de overkant van de rivier door de bomen slingerde. Wat een bijzondere wekker!
We ontwaakten vroeg in het bivak met een kop thee en een dikke sandwich met gebakken ei en kaas. Daarna begonnen we aan de tweede etappe. Ik had behoorlijke spierpijn en Cas was ook niet zo energiek als de dag ervoor, dus in overleg met de gids namen we een iets kortere route.
Tijdens de wandeling spotten we nog meer gibbons en makaken. Na een uur of vier klimmen en klauteren kwamen we uit bij ons eindpunt aan de rivier. Althans, het eindpunt van de wandeling. We hadden het zo warm dat we met kleren aan in het water gingen liggen. Het was heerlijk verkoelend en gaf ons de energie die we nodig hadden voor het laatste stuk van de tocht.
Vanaf hier hoefden we niet meer te lopen, maar zakten we de rivier af op banden. Deze waren aan elkaar geknoopt, zodat ze een vlot vormden waarop we met z’n vijven konden zitten. De rivier liep naar beneden en had best wat stroming, dus we kregen een zwemvest aan en moesten ons goed vasthouden. De tocht was geweldig, en eigenlijk veel te kort. Binnen een kwartier waren we terug bij de Jungle Inn. We hadden nog wel een uur kunnen dobberen! Dit is echt een leuke activiteit om te doen tijdens een vakantie op Sumatra met kinderen.
Jungle trekking in Bukit Lawang met kinderen: aanrader of niet?
Wij vonden de jungletrekking een enorme belevenis. Het was pittig, maar de beloning van het oog in oog staan met een wilde orang-oetan of een gibbon op een paar meter afstand is het allemaal waard! Wil je ook op pad in de Sumatraanse jungle? Dan nog een paar praktische tips!
- Boek je jungle trekking bij een gecertificeerde gids, bijvoorbeeld bij de Jungle Inn.
- Neem de tijd, dus een overnachting ervoor en erna in het hotel is fijn.
- Wees je ervan bewust dat het een pittige trekking is, enige conditie is echt wel nodig
- Reis je met kinderen jonger dan een jaar of 8 die nog niet zo ver kunnen wandelen? Boek dan een trekking van een dag. Een buggy kan je absoluut niet meenemen en wandelen met een draagzak zou ik zelf niet doen in verband met de gladde paden.
- Wees voorbereid op een primitieve overnachting, in het bivak is geen luxe. Er zitten insecten, kikkers en je slaapt onder een zeiltje op een dunne matras.
- Neem niet te veel mee, je moet het allemaal zelf dragen: schone, droge sokken, een schone onderbroek en een schoon shirt en broek zijn voldoende. Douchen kan niet, dat doe je als je terug bent in je hotel.
- Wat neem je nog meer mee? Een hoofdlampje of zaklamp, wc-papier, DEET, camera/telefoon, een pet, zonnebrandmiddel en eventueel zwemkleding.
- Voor eten en water wordt gezorgd, maar als je ruimte in je tas hebt zou ik zeker snoepjes, druivensuiker, nootjes meenemen.
- Er is geen stroom in het bivak, dus reservebatterijen of een powerbank voor je camera en telefoon zeker meenemen!
- Wil je nog meer ‘off the beaten track’? Je kan ook een trekking van 3, 4 of 5 dagen boeken. Dan ga je dieper de jungle in en spot je misschien wel olifanten of als je echt heel veel mazzel hebt vang je een glimp van een tijger of neushoorn op!
Met deze tips ben je goed voorbereid om de jungle van Gunung Leuser met kinderen te verkennen en volop te genieten van deze unieke ervaring.