Ik mis de tijd dat reizen nog goed was. Toen ik nog een ritje op een olifant kon maken en oprecht het idee had wat bij te hebben gedragen aan het dierenwelzijn. Toen ik op een feestje kon vertellen over mijn super goedkope ticket en de reactie niet was “zo goedkoop vliegen is natuurlijk niet duurzaam”. Toen het enige schuldgevoel na het boeken van een reisje was of ik niet beter mijn studieschuld had kunnen afbetalen. Niet de hoeveelheid CO2-uitstoot. Toen ik vrolijk lokale kleding kon dragen zonder na te denken over culturele toe-eigening. Toen er geen stemmetje in mijn achterhoofd riep dat mensen uit andere culturen net zoveel recht hebben te reizen als wij. Want ja, het is op veel plekken echt veel drukker geworden. Toen Airbnb nog gewoon super handig was in plaats van dat het de lokale woningmarkt verpestte. Toen ik bij een lokaal restaurantje in de middle-of-nowhere had gegeten en geen seconde nadacht waar dat rietje dat ik bij de cola had gekregen zou belanden.
Dingen die vroeger leuk waren en nu ‘fout’
Rijden op een olifant
Laat ik maar beginnen met het onderwerp waar de afgelopen jaren het meest over te doen was. Ja, ik heb wel eens gereden op een olifant. Het was in 2006 op Ko Chang, in het oerwoud, en dankzij het geld van activiteiten met toeristen (twee keer per dag) konden de olifanten en de gezinnen die voor ze zorgden leven. Olifanten die voorheen in de bosbouw werkten hadden nu een veel minder zwaar leven. Dat geloof ik nog steeds.
Dit maakt mij een verschrikkelijk mens. Ik heb ergens op deze site nog wat foto’s staan en een keer in de zoveel tijd worden die ergens gedeeld en krijg ik heel veel hate comments. Als ze fatsoenlijk geschreven zijn laat ik ze staan; anders is het ‘Delete’.
Eerst ging het alleen over olifantrijden, maar nu gaat het al om alle activiteiten met ’tamme’ olifanten. Want wat die moeten doorstaan om te luisteren naar hun mahout is volgens deze mensen gruwelijk.
Natuurlijk gun ik deze dieren een leven in vrijheid. Alleen hoe realistisch is dit? Er is geen plek meer in Zuidoost-Azië om deze dieren allemaal vrij te laten. Er is ook geen geld om deze olifanten te beschermen tegen stropers. De slagtanden hebben meer waarde dan het dier zelf. Een olifant onderhouden kost geld, veel geld. Het is heel makkelijk om vanuit ons westerse perspectief heel strikt te zijn en alles af te wijzen wat niet de ideale situatie is. Veroordelen we daarmee de dieren en hun eigenaren niet tot een nog slechter lot?
In Afrika worden veel dierenparken gefinancierd door inkomsten uit de jacht. Dit geldt zeker voor de afgelegen nationale parken waar weinig toeristen komen. De dood van een handjevol dieren betaalt de bescherming van duizenden anderen. Maakt dit het goed?
Wat dacht je dan van dierentuinen? Zeker in landen zoals Myanmar of Bolivia. Zielig voor de dieren of voldoende educatieve waarde?
Ik heb lezers die zouden willen dat we helemaal niet meer schrijven over activiteiten met dieren. Alleen het benoemen van het bestaan van een activiteit is in hun ogen al promotie. Ook binnen mijn team van bloggers hebben we wisselende ideeën.
Ik vind dit een lastig onderwerp. Voor nu heb ik besloten de grens te trekken bij dieren die prima in staat zijn voor zichzelf te zorgen. Niet dierentuindieren of Aziatische olifanten die al generaties in gevangenschap leven. Dolfijnen leven niet goed in gevangenschap en dus worden er telkens nieuwe wilde dolfijnen gevangen om de dolfinariums gevuld te houden. Niet ver weg maar gewoon hier in Europa; vooral Spanje is berucht. Dus als je op gezinopreis over bijvoorbeeld de Canarische Eilanden leest, dan vermeld ik waarom wij deze plekken vermijden. Er zijn zoveel plekken — o.a. in de Middellandse Zee, maar ook in Bretagne — waar je deze dolfijnen in het wild kunt zien.
Kinderen fotograferen
“Photo, photo, yes me me”, en lachende blote kindjes komen uit het water gehold zodra ze ons zien staan met onze camera’s. Geen enkele schaamte. We hebben net een hele dag gelopen en zijn nu in een dorpje in Laos. De kindjes hebben al snel geleerd dat een bezoek van toeristen betekent dat er een camera is, je gekke bekken moet trekken en jezelf dan terug kan zien. Ik klik er vrolijk op los. Niet alleen daar maar over de hele wereld maakte ik foto’s van kinderen.
Bij sommige foto’s heb ik helemaal geen verhaal. Gewoon een random kindje. Terwijl andere me dierbaar zijn. Zoals de meisjes die in Nepal bij mij op schoot kropen en de foto’s in mijn hikingsboekje wilden bekijken. Die dorpjes en mensen van de foto’s herkenden op twee of drie dagen lopen verderop.
Foto’s die nog niet zo lang geleden hooguit eens door een paar mensen in een fotoboek bekeken zouden worden staan nu op social media.
De roep om kinderen te beschermen wordt steeds groter. Maar tegen wie? Vaak tegen hun eigen ouders of tegen hunzelf. Daar heb ik zeker een mening over maar het gaat te ver om die nu helemaal te delen.
De vraag die je als reiziger hebt is “moet ik foto’s maken van kinderen op reis?” en zo ja, “waarom dan?” Zeker wanneer je in niet-westerse landen op reis bent. Voegt die foto echt wat toe aan je reis? Waren het de kinderen van een gezin waar je verbleef? Hebben jullie samen gespeeld? Of waan je jezelf gewoon een National Geographic fotograaf en maak je de foto voor de likes?
Nu ik zelf een dochter heb sta ik ook vaak aan de andere kant. Niet de fotograaf maar de gefotografeerde. Tientallen Aziaten met een smartphone die stiekem of gewoon in your face een foto maken van onze dochter. Het maakt echt zoveel verschil of iemand vraagt of die een foto mag maken (waarbij “nee” ook een antwoord kan zijn), of dat er gewoon een camera in je gezicht wordt geduwd.
Als een kind zelf vraagt om een foto maak ik die altijd. Je kunt wel heel principieel besluiten geen foto’s te maken van kinderen maar misschien voelt het kind dit als een afwijzing: “Ben ik niet leuk genoeg voor een foto?” Kinderen zijn ook gewoon onderdeel van onze maatschappij en ik geloof niet dat ze weglaten de oplossing is.
Full-face close-ups, die maak ik niet meer. Liever een kind in interactie met de omgeving. Waarbij niet het kind maar de activiteit of bestemming centraal staat.
Accommodatie kiezen
We keken in onze Lonely Planet in welke straat of wijk de budget guesthouses zaten en daar lieten we ons afzetten. We bekeken een paar plekken en welke schoon was en een goede prijs-kwaliteitverhouding had kozen we. Zo simpel was het tien jaar geleden nog.
Soms was dat een hotel, vaak ook een guesthouse. Het geld kwam voor ons gevoel altijd goed en lokaal terecht en dat gaf een lekker gevoel. Dat de wc dan misschien in de rivier uitkwam of dat de eigenaar zijn personeel uitbuitte; dat zagen we niet, en er waren ook geen TripAdvisor reviews die ons dat vertelden.
Alle informatie die er nu is heeft het — vind ik — niet makkelijker gemaakt. Neem onze aankomende vakantie naar Zanzibar. Kies ik dan een resort of een guesthouse? Het resort heeft buitenlandse eigenaren maar wel lokale mensen in dienst. Ze hebben een afvalbeleid en zonnepanelen. Of een guesthouse waar het geld direct bij de plaatselijke bevolking komt maar het afval ook beland op de dorpsvuilnishoop. Waar het verbrand wordt en de omgeving daarmee vervuild raakt.
We zijn wat dat betreft rare reizigers geworden; soms gaan we voor een resort, soms voor een lokaal guesthouse en dan weer voor een Airbnb. Vaak bekijken we per bestemming waar we behoefte aan hebben en wat daar het beste werkt.
Wanneer is reizen iets slechts geworden
Ik weet niet precies wanneer de verandering is ingetreden. De afgelopen jaren kwam de term ‘over-toerisme’ steeds vaker langs in het nieuws. Steden zoals Amsterdam gingen hun stadsmarketingsbudget inzetten om toeristen uit de binnenstad te krijgen.
Een van de reisbloggers die ik al jaren volg schrijft dat wij als bloggers niet meer naar o.a. IJsland, Bali, Barcelona en Venetië moeten gaan. Want daarmee dragen we bij aan over-toerisme. Terwijl ik elders juist lees hoe een retreat op Bali mij gaat helpen een betere en milieuvriendelijke levensstijl te bereiken. Ook in Nederland verschijnen regelmatig blogs over reizen met een positieve impact. Vaak gesponsord door reisorganisaties die je kunnen helpen ‘locals’ te ontmoeten op reis. Hoewel de ironie hiervan me zeker niet ontgaat ga ik uit van ieders beste bedoelingen.
In mijn omgeving merk ik dat duurzaam en bewust reizen leeft. Twee jaar geleden werd er echt niet gepraat over compensatie van je CO2-uitstoot, nu wel. Aan de andere kant groeit het aantal ‘weekjes weg naar de zon’ ook enorm. Wat is mijn rol hierin? Moet ik als reisblogger het goede voorbeeld geven? Wat is dan eigenlijk het goede voorbeeld? Op dit vlak doe je al heel snel iets verkeerd in iemands ogen. Dan wordt je online afgemaakt.
Pek en veren moderne stijl. Wie zonder zonde is werpe de eerste steen is duidelijk niet van toepassing
Heel veel tips die ik voorbij zie komen zijn ook helemaal niet praktisch voor een gezin. Natuurlijk wil ik wel ‘overland’, zonder te vliegen naar Azië reizen, maar moet dat in de drie weken vakantie die we hebben? Natuurlijk wil ik lokale mensen ontmoeten en vaak gebeurd dit ook spontaan, maar soms wil ik gewoon niks. Uitrusten, zon, lui zijn. Ik geniet van onze verre reizen maar ook echt van een weekje herfstvakantie in de zon. Zonder vliegen komen we in een week niet in de zon.
Toen ik begon met reizen waren die vragen er niet. ‘Positieve reizen’ was in mijn ogen een pleonasme. Natuurlijk is reizen positief.
Ik zou willen dat het weer daarover ging. Over hoe met de inkomsten uit toerisme lokale guesthouses en restaurantjes kunnen bestaan. Over hoe ik me de opwarming van de aarde meer aantrek doordat ik zelf het verbleekte koraal en afval heb gezien tijdens het duiken. Dat onze dochter een brede interesse heeft dankzij haar reizen. Hoe reizen je uit je comfortzone kan halen en je daardoor als persoon groeit. Over de honderden reden waarom reizen zo geweldig is.
Al die vragen zullen daardoor alleen niet weg gaan. Ik heb (nog) geen antwoorden. Ben jij bezig met duurzaam reizen? Op welke manier? Wat verwacht je hierin van mij en van gezinopreis?
Ik heb het van a tot z gelezen en snap je helemaal. Ik heb dezelfde gedachten. Je zou je bijna gaan schamen wanneer je een vliegreis boekt, maar aan de andere kant: moet ik me dan laten verregenen in de Ardennen in november? Ik probeer wel bewuster om te gaan met boekingen, niet onnodig vliegen zoveel mogelijk lokaal regelen. Maar of het helpt? Geen idee. Daarnaast ben ik ervan overtuigd dat toerisme niet alleen maar slecht is, het zorgt ook voor een inkomen in veelal arme landen. Overtoerisme daargelaten.