De straten van Saint Louis in Senegal ademen historie. Oude Franse koloniale gebouwen met smeedijzeren balkonnetjes in verschillende staten van verval, die door de kleuren toch vrolijk aandoen. Huizen die begroeid zijn met Bougainville en klimop. Kleine souvenirs winkels en enkele gezellige restaurantjes voor de toeristen.
Sinds Saint Louis op de Werelderfgoedlijst staat, worden er langzaamaan wat gebouwen gerestaureerd. Saint Louis heeft de potentie om een belangrijke toeristenbestemming te worden. Het grote nadeel is wel de afstand van zeker 4 à 5 uur (enkele reis) vanuit de badplaatsen in het zuiden, zoals Saly. Niet echt te doen voor een dagtrip maar wel voor een 2-daagse trip of tijdens een rondreis door Senegal.
Het enige jammere aan mijn reis door Senegal vond ik dan ook dat we tijdens onze tweedaagse excursie niet zoveel tijd hadden in Saint Louis. Ik had met alle liefde hier een nacht geslapen en dan in alle rust de stad ontdekt en de tijd genomen om op een terrasje het leven voorbij te zien trekken. Helaas moesten we nu zo snel mogelijk rondlopen om zoveel mogelijk te zien.
Als je een rondreis maakt door Senegal met kinderen, dan kun je een of meerdere dagen in Saint-Louis ook combineren met een tweetal dichtbij gelegen nationale parken.
Het is niet alsof er heel veel must-see bezienswaardigheden in Saint-Louis zijn, maar het is een type bestemming waar ik blij van wordt. Het doet me denken aan steden als Kampot in Cambodja en Luang Prabang in Laos.
Wanneer je als toerist Saint-Louis bezoekt, dan denk je aan Ndar eiland, de oorspronkelijke koloniale stad Saint-Louis. Er is een brug verbinding naar het schiereiland Langue de Barbarie. Een aantal vissersdorpen zijn hier inmiddels vergroeid met de stad. Als je de stank en viezigheid kunt weerstaan, dan is een bezoek aan de vismarkt een belevenis.
Het zuidelijkste puntje van het schiereiland heeft mooie stranden en diverse goede hotels met zwembad. Aan de andere kant van Ndar eiland is ook een brugverbinding met het vaste land. Hier vind je het moderne Saint-Louis, maar los van het busstation is er geen reden om hier naartoe te gaan.
Wat te doen in Saint-Louis Senegal?
Een stukje geschiedenis
Saint-Louis dankt haar naam aan de Franse zonnekoning. In 1659 werd op het hiervoor onbewoonde Ndar eiland een gebouw gesticht door Louis Caullier, een handelaar uit Normandië. Zo’n twintig jaar eerder hadden Franse slavenhandelaren al een kampement gebouwd op het nabijgelegen Bocas eiland. Saint-Louis groeide en werd bewoond door slaven, Europese handelaren en vrije Afrikanen en was een goede haven voor scheepslieden. In 1758 viel het eiland in Engelse handen, maar in 1779 namen de Franse het weer over. Vervolgens bezetten de Engelsen het eiland weer tussen 1809 en 1817. Van de Engelse invloeden is nu nog maar weinig waar te nemen.
In 1848 werd Saint-Louis samen met het eiland Goree (later voegden zich hier nog twee steden bij) een van de plekken in Senegal waar (op papier in ieder geval) Afrikaanse inwoners als volwaardige Franse inwoners werden gezien en dezelfde rechten hadden als Europeanen. Alle slaven (op dat moment zo’n 75% van de inwoners van de stad) kregen op dat moment hun vrijheid.
Veel van de historische gebouwen die je nu ziet in de stad stammen uit deze rijke periode. Helaas voor Saint-Louis speelde Dakar een steeds grotere rol in Senegal en in 1902 werd besloten om Dakar de hoofdstad te maken van wat toen nog bekend stond als Frans-West-Afrika. Bij het uitroepen van de onafhankelijkheid kreeg Dakar ook die titel en vertrokken ook de vele ambtenaren, die tot die tijd nog wel in Saint-Louis hadden gewoond, weg uit de stad.
Het feit dat de stad geen belangrijke rol meer speelde, heeft er echter wel voor gezorgd dat de koloniale architectuur niet is vervangen door moderne gebouwen. Geld voor onderhoud was er niet, maar de basis bleef. Sinds 2000 staat Saint-Louis op de Unesco Werelderfgoedlijst en beetje bij beetje worden stukjes opgeknapt.
Bezienswaardigheden Saint-Louis
Ndar eiland is prima te voet te verkennen. Het leukste is om gewoon lekker rond te slenteren en te kijken wat je ontdekt. Zo kwamen we langs een project waar stoffen worden geweven op de traditionele manier en ontdekten we verschillende kleinschalige galerieën. Zelfs de souvenirs winkels in de stad zijn interessant. Natuurlijk heb je er winkels die de standaard producten verkopen, maar andere voelen meer als een antiek en brocante winkel waar je onder het stof nog echt bijzondere voorwerpen met een verhaal kunt vinden. Hoewel mensen je wel vragen om in hun winkel te kijken, zijn de meeste verkopers helemaal niet opdringerig.
De meest bekende bezienswaardigheid van Saint-Louis is de 507 meter lange Pont Faidherbe brug. Deze stalen brug was in 1897 een technisch hoogtepuntje.
Er zijn diverse kleine musea in Saint-Louis, zoals het museum Jean Mermoz met foto-exposities en het Musée de la Photographie de Saint-Louis. In het Musée du Centre de Recherche et de Documentation du Senegal is er aandacht voor lokale cultuur en tradities en de historie van de stad. Dit museum (afgekort als CRDS) op het zuidelijkste puntje van het eiland is gratis te bezoeken en goed opgezet.
Verder kun je een bezoek brengen aan de lokale kerk en moskee. Ook zijn er verschillende gebouwen met geschiedenis. De stad heeft bij deze gebouwen vaak bordjes in het Frans en Engels geplaatst, zodat je meer kunt lezen over de historische functie.
Bezoek je Saint-Louis met kinderen? Dan is restaurant La Flamingo een aanrader, want bij dit restaurant zit ook een zwembad. Je kunt hier dus lunchen en zwemmen tegelijk. Check de website voor de openingstijden.
Overnachten in Saint-Louis
Op zoek naar een leuk hotel in Saint-Louis? Je hebt twee opties. Kies voor een hotel aan het strand Hydrobase op het schiereiland Langue de Barbarie. Met een taxi ben je dan in twintig minuten in historisch Saint-Louis. Of kies voor een hotel in een koloniaal gebouw in de oude stad.
Hotel La Saint-Louisienne Langue de Barbarie en hotel Diamarek zijn twee opties op het schiereiland met een zwembad en goede reviews. Lees hier de reviews en bekijk meer informatie over de hotels.
Ook in de oude stad heb je niet heel veel keuze, zeker niet als (groter) gezin. Hotel Jamm La Paix zit in een oud gebouw en heeft een familiekamer. Bekijk hier meer informatie.
Lang niet alle hotels zijn te vinden op de bekende boeking sites. Zeker wanneer je een klein budget hebt, kun je altijd proberen om ter plekke wat te vinden. Liever toch van tevoren wat vastleggen? Het Siki Hotel is een van de betere opties in Saint-Louis en ze hebben de mogelijkheid om een extra bed voor een kind bij te plaatsen. Check hier de reviews. Ook Hotel du Palais heeft deze mogelijkheid. Er zijn op het eiland regelmatig waterproblemen en alle hotels hebben hier last van.
Ben je meer op zoek naar een all-inclusive hotel buiten Dakar, bekijk hier de review van het RIU Baobab Senegal.
De omgeving van Saint-Louis
National Park Langue de Barbarie
In de omgeving van Saint-Louis zijn twee nationale parken die je als vogelliefhebber zeker wil bezoeken. Het National Park Langue de Barbarie vind je op het zuidelijke deel van het schiereiland. In 2003 maakte de overheid hier een kanaal dat moest helpen tegen overstromingen. Het twee meter brede kanaal is totaal verkeerd uitgepakt en inmiddels is meer dan 5 kilometer van het nationale park verloren gegaan door de golven. De beste manier om het park te bezoeken is per boot, een gids is verplicht. Je hotel kan je vaak helpen een tour te organiseren en anders zijn er in Saint-Louis ook enkele touroperators. Vooral vanaf november tot april kun je hier veel vogels zien.
Djoudj National park
Het Djoudj National Bird Sanctuary ligt 60 km vanaf Saint-Louis. Reis je met eigen vervoer, dan zijn er wel wat accommodatie opties dichterbij het park, zoals hotel Djoudj (met zwembad) en Lodge Taweh met safaritenten. Het park wordt echter meestal bezocht als dagtrip vanuit Saint-Louis. Normaal gesproken is het park dicht van juni tot en met oktober.
Het Djoudj National park staat sinds 1981 op de Werelderfgoedlijst. Het natuurgebied loopt verder in Mauritanië, waar het de naam Diawling National Park heeft. Het is de eerste permanente bron van water ten zuiden van de Sahara en daarom een belangrijke rustplek voor trekvogels. Die kun je hier het hele jaar door spotten. Het is een moerasachtig gebied met veel waterwegen en weinig grote bomen. Een tour is vaak een klein stukje met de auto, waarna je overstapt op een boot.
De belangrijkste reden om hier te komen zijn de vogels, maar wellicht zie je hier ook wat wilde zwijnen of een gazelle. Als je heel veel geluk hebt, zie je de zeldzame Afrikaanse zeekoe. Wil je meer wilde dieren zien? Lees dan hier de blog over het Bandia Wildlife Reserve, een absolute aanrader.
