Op zo’n vier uur rijden van Utrecht, net onder Lille, ligt het oostelijke deel van de regio Pas-de-Calais. Onze blogger Cindy neemt je mee naar deze fijne vakantiebestemming tussen Béthune en Arras. En ze tipt deze regio ook als een mooie tussenstop op weg naar het zuiden! Er is hier van alles te doen met kinderen. Je vindt hier gezellige stadjes, knusse dorpen, sportieve activiteiten, kunst, cultuur, historie, wandel- en fietsroutes en indrukwekkende monumenten voor de Eerste en Tweede Wereldoorlog.
Over Pas-de-Calais
Pas-de-Calais is het gebied tussen Calais, Berck-Sur-Mer en Lens. Het is een veelzijdig departement met de Opaalkust in het westen, het groene binnenland en in het oosten het gebied rondom Louvre-Lens. Onze blogger Mirella bezocht eerder de Opaalkust, in dit blog lees je meer over het gebied rondom Louvre-Lens, tussen Béthune en Arras.
Lees ook ons blogs over de Opaalkust met kinderen bestemmingen, Montreuil‑sur‑Mer en Duinkerke.
Skiën op de mijnbergen
Tot de jaren ’70 van de vorige eeuw stond deze regio bekend om de steenkoolmijnen. Deze zijn nu gesloten, maar je vindt hier nog overal typische ‘terrils’ (mijnbergen) die zijn ontstaan door de ophoping van gruis en afval uit de steenkoolwinning.
Wat nu zo bijzonder is, is dat deze mijnbergen een nieuwe bestemming hebben gekregen. Wij zijn fan van terril Loisinord in Noeux-les-Mines, want deze terril is nu een outdoor skibaan. De borstelbaan is geschikt voor alle niveaus: er zijn twee sleepliften, de ene gaat naar een groene oefenweide en de andere brengt je naar twee pistes voor de geoefende skiër of snowboarder. En naar een funpark met halfpipe, stapstenen en een buckelpiste.
Je kunt hier ook een skiles boeken van een ervaren instructeur. Onze instructeur sprak een paar woorden Engels, maar dat was voldoende om onze tieners op weg te helpen bij hun eerste skiles. Ze vonden het geweldig en hadden de techniek al snel onder de knie. Ik sprak een Frans gezin met jongere kinderen die iedere winter skiën, ook zij waren enthousiast en hebben zich hier twee uur goed vermaakt.
De piste is 320 meter lang, het hoogteverschil is 70 meter. Omdat het een borstelbaan is, is het slim om een lange broek en shirt met lange mouwen te dragen, om schaafwondjes te voorkomen bij een eventuele uitglijder. Entree is inclusief de huur van materialen (2025: € 10 per uur).
Deze skibaan ligt in recreatiegebied Loisinord, dat bijna het hele jaar open is. Er zijn wandelpaden, een fitness-parcours, beachvolleybalvelden, een skatepark, je kunt van half april tot half oktober kanoën, waterfietsen of waterskiën op een groot meer. Kom je hier in de zomermaanden juli en augustus, dan kun je gratis zwemmen in het meer.
Ook een paar andere terrils in de regio zijn te bezoeken. In Loos-en-Gohelle vind je de hoogste terrils: de Terrils Jumeaux (Tweelingbergen) bij Le Base 11/19. Deze zijn 145 meter hoog, via een lange trap van 420 treden kun je een van deze terrils beklimmen voor een geweldig uitzicht. Le Base 11/19 is de vroegere mijnfabriek en deze is ook te bezoeken.
Op de mijnberg Haillicourt ligt een wijngaard die Charbonnay produceert. Een leuke knipoog naar het verleden, want ‘charbon’ betekent steenkool. Aan de voet van Terril de Rieulay ligt een biologische geitenboerderij waar je geitenkaas kunt proeven en kopen.
Béthune
In Béthune kun je winkelen, een terrasje pakken of genieten van de cultuur die dit stadje te bieden heeft. Kijk zeker omhoog als je de stad bezoekt, want aan elk pand is wel iets te ontdekken. De kleurrijke panden in art-decostijl hebben bloemmotieven, geometrische vormen en siersmeedwerk. Midden op de Grand’ Place staat het belfort uit 1388, een van de oudste belforts van Noord-Frankrijk. Deze regio heeft 6 belforten, onder andere in Arras en Callais, die zijn gebouwd tussen de 13e en 19e eeuw. Ze zijn kenmerkend voor deze regio en staan op de Unesco Werelderfgoedlijst. Een belfort is een versterkte klokkentoren, de wachters gaven de avondklok aan en sloegen alarm bij brand of ander gevaar voor de stad.
Via het Office de Tourisme boeken we een rondleiding om het zandstenen belfort (‘beffroi’) te beklimmen. De enthousiaste gids spreekt redelijk goed Engels en vertelt op iedere verdieping leuke feitjes over het belfort. Op een van de verdiepingen in deze toren woonde vroeger een compleet gezin met 5 kinderen, we kunnen het amper geloven, hoe dan? Ze vertelt ook hoe de stad Béthune in WO1 verwoest werd en daarna helemaal opnieuw is opgebouwd.
Op de 3e etage komen we bij het carillon, van maar liefst 35 klokken. Ieder kwartier speelt het carillon een ander bekend Frans deuntje, zo weten Béthuners zonder op hun horloge te kijken direct hoe laat het is. Voor ons is het tijd om helemaal naar boven te klimmen. Door een laag deurtje stappen we naar buiten om te genieten van het uitzicht over de Grand’Place, de Sint-Vaastkerk en de omgeving van Béthune. We zien de kenmerkende terrils, de skibaan is duidelijk herkenbaar. Zo van boven lijkt het landschap een kleurrijke groen-gele patchworkdeken van groene weiden en felgele koolzaadvelden.
Daarna dalen we de lange wenteltrap weer af en strijken we neer op een van de gezellige terrassen op de Grand’Place van Béthune. We nemen ons voor om bij een volgend bezoek het museum Labanque te bezoeken, een museum voor moderne kunst dat is gevestigd in een oud bankgebouw van de Banque de France. Bij banketbakkerij La Boutique Christophe Dufosse in het centrum van Béthune kopen we de lekkerste croissants en chocoladebroodjes, een aanrader, wij zijn hier nog een paar keer voor teruggekomen tijdens onze vakantieweek.
5.000 jaar kunst in het Louvre-Lens
Voor ons staat deze vakantie een ander bijzonder museum op de planning: het musée Louvre-Lens. Wat dit museum zo uniek maakt, is dat hier 5.000 jaar kunst staat uitgestald in één grote zaal: de Galerie du Temps (Tijdgalerij). Hier staan niet zomaar kunstwerken, maar kunstwerken uit de archieven van het Louvre in Parijs. Dit museum is ook nog eens gratis te bezoeken. Rondom het museum ligt een park, dat goed bezocht wordt, wij vonden dit een ideale picknickplek bij mooi weer.
In de grote Galerie du Temps wandel je langs een tijdlijn van 3.500 vC tot halverwege de 19e eeuw. Op chronologische volgorde staan 250 kunststukken uitgestald, van Egyptische sarcofagen, Griekse en Romeinse beelden, Perzische mozaïeken tot indrukwekkende meesterwerken. Je bezoekt dus maar één zaal en maakt eigenlijk een soort tijdreis, kunstgeschiedenis in een notendop dus. Wij vonden dit heel bijzonder, want hierdoor zie je heel duidelijk hoe de kunst zich ontwikkelde door de eeuwen heen en wat de kenmerken waren van ieder tijdvak.
Ook aan jonge kinderen is gedacht, zij vinden bij de meeste werken een opdracht, vraag of leuk weetje. Deze staan in het Frans vermeld, maar geen zorgen, er is een gratis Nederlandstalige audiotour voor kinderen in de basisschoolleeftijd. Voor tieners en ouders is de algemene audiotour een betere keuze, deze deelt interessante achtergrondinformatie over de kunstwerken en is ook gratis in het Nederlands beschikbaar. Je volgt de audiotour via je telefoon of iPad met je eigen oortjes of koptelefoon.
In het museum is ook een tijdelijke tentoonstelling te zien, deze wisselt ieder half jaar. Hiervoor betaal je wel entree, kinderen tot 18 jaar zijn gratis. Na 2 uur in de Galerie du Temps waren mijn tieners verzadigd, dus hebben we de tijdelijke tentoonstelling niet meer bezocht. Geen probleem, de volgende keer dat we naar Zuid-Frankrijk reizen, plannen we een culturele tussenstop in Louvre-Lens.
Donjon de Bours
Op een half uurtje rijden van Béthune ligt de middeleeuwse burcht Donjon de Bours. Je kunt deze burcht alleen bezoeken met een rondleiding in de kelder, de torens en de kamers. Onze gids sprak uitstekend Engels en wist veel leuke feitjes te vertellen over het leven van de ridders in het kasteel.
In de sobere burcht staan amper meubels, maar met doeken wordt de inrichting verbeeld, zodat je een aardig beeld krijgt hoe het er toen uitzag. Er zijn een paar interactieve elementen, verder is het vooral veel informatie om in het Engels of Frans zelf te lezen. In de zomer worden hier regelmatig culturele activiteiten georganiseerd, zoals riddertoernooien, deze activiteiten zijn alleen Franstalig.
In de omgeving zijn een aantal wandel- en fietsroutes door de velden en kleine dorpjes. De route die wij wilden volgen was niet zo duidelijk aangegeven, we verloren de markering al snel uit het oog, maar hebben toch een leuke wandeling gemaakt door de omgeving.
Parc d’Olhain
Parc d’Olhain is een uitgestrekt recreatiepark midden in de bossen met een rodelbaan, boomklimparcours, midgetgolf, een nettenparcours, een zipline, speeltuin, tennisbanen, een picknickweide en zwembad. Hier kunnen je kinderen hun energie wel kwijt! Als je wil, kan je hier zelfs blijven overnachten.
Onze tieners vonden het nettenparcours hilarisch, een netwerk van paden, tunnels en trampolines hoog in de bomen, er is zelfs een voetbalveldje. Een leuke work-out! De rodelbaan was ook een succes, je roetsjt door een prachtige omgeving.
We sluiten onze dag af met een echte adrenaline-kick: de zipline vanaf de hoge uitkijktoren. Eenmaal boven voel ik een lichte aarzeling, toch best hoog! Maar als ik zie hoe mijn twee tieners met een lach van oor tot oor naar beneden zoeven, ben ik overtuigd. Daar ga ik en inderdaad, dit is geweldig!
Wij hebben ons hier de hele middag vermaakt en hebben nog lang niet alles gedaan. Goed om te weten: je betaalt hier per activiteit, je kunt een strippenkaart kopen voor 5 ritjes. Parkeer niet op de eerste parkeerplaats die je ziet, maar rijd nog even door. Vanaf de parkeerplaats is het nog een flink stuk omhoog lopen naar de ingang.
Arras en omgeving
Arras (of Atrecht) is een van de grotere steden in deze regio. Wij kwamen hier op een zondag, toen zaten de terrassen op de Grand’Place en Place des Héros bomvol. Vanaf deze gezellige terrassen heb je rondom uitzicht op de herenhuizen in Vlaamse barokstijl, het mooie belfort en het gotische stadhuis. En elke woensdag- en zaterdagochtend is hier een gezellige markt met streekproducten, zo heb ik me laten vertellen.
Het 16e eeuws belfort van Arras is 75 meter hoog en torent nog boven het gotische stadhuis uit. Je kunt de toren beklimmen en daarna genieten van het uitzicht over Arras. Net als in Béthune werd het belfort gebruikt als wachttoren om op tijd gevaar te signaleren.
Een deel van de geschiedenis van Arras vind je onder de kasseien. Je kunt vanuit het stadhuis de ‘boves’ bezoeken, een middeleeuws gangenstelsel onder de stad. Onze blogger Mirella bezocht eerder al de Wellington Tunnels. In WO1 groeven de Britten en Nieuw-Zeelanders deze oude mijntunnels uit tot een enorm gangenstelsel, hiermee planden zij een verrassingsaanval.
Omdat de winkels op zondag gesloten waren, bezochten wij de citadel van Vauban, net buiten het centrum. Dit stervormige fort is in de 17e eeuw ontworpen door Vauban, de militaire architect van Lodewijk XIV. Samen met de andere 12 vestingwerken van zijn hand staat deze citadel op de Werelderfgoedlijst van Unesco.
Een aanrader met kinderen. Je kunt hier namelijk mooi wandelen tussen de oude kazernes, over de vestingmuren en in het schaduwrijke park van de citadel. Of ga net als wij picknicken en een spelletje Kubbs spelen op de grasvelden, met de citadel als decor.
Wij waren ook erg onder de indruk van de gedenkplek die is ingericht in de gracht van de citadel. In WO2 zijn op deze plek 218 mensen geëxecuteerd door het Duitse leger, de jongste was pas 16 jaar oud. Om stil van te worden.
In het bos van de citadel ligt ook een boomklimpark, Cit-Loisirs. Op meer dan 2.650 meter vind je hier 11 parcours van verschillende niveaus voor klein en groot. Er is zelfs een tokkelbaan van 210 meter lang waarmee je over de slotgracht en de wallen van de citadel kunt zoeven. Wij hadden die week een ander klimbos op het programma, dus we hebben hier alleen even een kijkje genomen en staan genieten van de capriolen die kinderen uithaalden.
In de omgeving van Arras is veel gevochten tijdens WO1, daar vind je hier nog veel sporen van terug.
Fietstocht in de voetsporen van de Slag bij Arras
Er liggen veel mooie fietsroutes in dit gebied. Wij rijden samen met een gids vanuit Arras een route van zo’n 30 kilometer langs gedenkplekken voor WO1. We starten bij Riverside Park, een activiteitencentrum net buiten Arras waar je kunt kajakken, raften, suppen, en fietsen kan huren.
Op een elektrische fiets toeren we vanuit Arras door het glooiende landschap langs monumenten, gedenktekens en begraafplaatsen voor gesneuvelde geallieerde soldaten die in 1917 de Slag om Arras vochten. De gids neemt ons mee in de geschiedenis en laat zien hoe de frontlinie tergend langzaam opschoof. Vijf weken lang vielen hier 4.000 slachtoffers per dag, het is niet te bevatten. Om het verhaal meer tot leven te laten komen, raad ik wel aan om vooraf een bezoek te brengen aan de Wellington Tunnels in Arras. Dan krijgen de monumenten en gedenktekens langs de route meer betekenis en komen de verhalen meer tot leven.
Deze fietstocht is trouwens ook leuk om te doen als jullie niet zo veel interesse in de geschiedenis hebben. Het is een makkelijke fietsroute en onderweg verandert het landschap steeds, het ene moment fiets je in de stad, dan over een rustig landweggetje tussen de knalgele koolzaadvelden, dwars door slaperige dorpjes en uiteindelijk volg je een schaduwrijk pad langs het water. De route staat duidelijk aangegeven op de weg met ‘Collines et plaines d’Artois 14-18 Hills and Planes’ en met bordjes H1. Houd er rekening mee dat er niet altijd aparte fietspaden zijn, zeker in de stad Arras fiets je op de weg tussen het drukke verkeer.
Het Canadese Memorial van Vimy
Na deze fietstocht rijden we in de auto naar Vimy. Boven op een bergrug ligt een prachtig memorial voor alle Canadezen die hier tijdens WO1 gevochten hebben. Je komt bij het bezoekerscentrum en het memorial via een dicht dennenbos. Het geeft ons kippenvel als we horen dat iedere boom die je ziet geplant is voor een gesneuvelde Canadese soldaat.
Tussen de bomen door liggen nog bomkraters en er ligt hier nog zo veel niet-ontplofte munitie in de grond, dat je niet buiten de paden mag komen. Alleen schapen mogen dat, zij zijn minder zwaar en daarom mogen alleen zij het gras korthouden.
Via het bos komen we bij het bezoekerscentrum, waar Canadese studenten rondleidingen geven door de originele ondergrondse gangen en de gereconstrueerde loopgraven. De Slag om Vimy is belangrijk voor Canada, dit was de eerste keer dat de vier Canadese divisies samen als een formatie deelnamen aan een veldslag. Vimy was een belangrijke strategische locatie in handen van de Duitsers. Om dit punt te heroveren, waren hier tussen 1915 en 1917 al 130.000 Franse en 20.000 Britse soldaten omgekomen. De Canadese troepen kwamen hier in 1917 en het lukte ze om in drie dagen tijd deze locatie terug te veroveren. Maar in die drie dagen tijd sneuvelden hier 3.600 Canadezen en raakten 7.000 soldaten gewond.
Echt aangrijpend vonden we het 30 meter hoge memorial van spierwit marmer. Het standbeeld van Moeder Canada torent hoog boven de vallei uit. Op de zijkanten staan de namen van de 11.000 Canadese soldaten die tijdens WO1 om het leven kwamen in Frankrijk. Hun lichamen zijn nooit geïdentificeerd. Als je al die namen ziet staan, dringt pas echt door om hoeveel mensen het gaat. Vanaf het monument kijken we uit over de hele vallei, we snappen wel dat dit zo’n strategisch belangrijke locatie was.
Dit memorial en het bezoekerscentrum zijn gratis te bezoeken.
Waar verblijven in de regio Pas-de-Calais?
Wij verbleven vlak bij Béthune, in gîte Saint-Casimir. Deze gîte ligt op een bosrijk domein van 16 hectare en is gevestigd in een voormalig priestershuis. Dat geeft het huisje een bijzonder karakter. Het knusse huisje heeft een goed uitgeruste keuken en een gezellige huiskamer met open haard. De spelletjeskasten zijn goed gevuld en er is een speelkeukentje voor de kleintjes. Beneden heb je de badkamer met douche en toilet. Er is zelfs een waskamer met wasmachine en droger. Boven zijn twee slaapkamers met fijne bedden. Wij vonden het een heel fijn huisje en kwamen hier helemaal tot rust. Bonuspunten voor onze tieners was de goede wifi-verbinding.
Deze sfeervolle gîte ligt in een mooi park dat overdag openbaar toegankelijk is, ’s avonds wordt de toegangspoort afgesloten. Het bosrijke domein was in de jaren vijftig aangelegd voor een internaat. Dit statige pand is nog steeds het hart van dit domein, maar is niet openbaar toegankelijk. In het park liggen meerdere wandelroutes en voor de kleintjes is er een kinderboerderij met geiten, ezels, ganzen en kalkoenen. Er is ook een klein winkeltje en een traditionele houtoven bakkerij (Fournil Saint Casimir), die twee middagen per week open is. Aan de rand van het park ligt nog een schattig kerkje.
Wij hebben hier een heerlijke vakantieweek gehad, dit is een prettige uitvalsbasis om dit deel van Pas-de-Calais te bezoeken. Ben je op doorreis naar het zuiden, dan kun je ook een paar nachten in Arras verblijven, vanaf de snelweg sta je in een half uur hartje centrum.
Gezin op Reis bezocht de regio in samenwerking met Pas de Calais, Béthune-Bruay Tourist Office en Arras Tourist Office. Zoals je gewend bent, gaan we alleen samenwerking aan met partners die ons volledige redactionele vrijheid geven.